Democratisch Europa
 
 Achtergrond

artikel De Gelderlander juni 2005

'Nederland heeft Europa een dienst bewezen'


Nederland heeft de Grondwet afgewezen omdat burgers voelen dat ze niks in te brengen hebben. Die weeffout moet hersteld worden, aldus Sammy van Tuyll.

Na het ferme 'nee' van Frankrijk heeft nu ook Nederland de Europese Grondwet luid en duidelijke afgewezen. Hoe nu verder? Duidelijk is dat zolang niet alle 25 lidstaten het Grondwettelijk verdrag hebben geratificeerd, dit niet in werking kan treden. Nu twee lidstaten die behoren tot de kern van de Europese Unie tegengestemd hebben, kan geconcludeerd worden dat de Grondwet in deze vorm in ieder geval van de baan is. Dat is winst. Nadeel is dat we nu met het Verdrag van Nice blijven zitten, waarvan iedereen erkent dat het niet geschikt is voor een Unie die uit 25 lidstaten, en binnenkort meer, bestaat. Maar dat nadeel is gelijk ook een voordeel, want het betekent dat we verder moeten.

De redenen waarom er in Frankrijk en Nederland nee gestemd is, zijn zeer divers. Toch zijn er ook overeenkomsten. Eén daarvan is de algemene weerstand tegen de impopulaire regeringen, zowel in Frankrijk als in Nederland. Maar het is te gemakkelijk om het resultaat van deze referenda alleen daaraan toe te schrijven en niet in te gaan op de dieper liggende oorzaken. Ook zou het een misvatting zijn te concluderen dat er tegen Europa is gestemd. Integendeel, velen hebben tegen deze Grondwet gestemd uit overtuiging dat Europa iets beters verdient, of dat nu een Verdrag of Grondwet heet. En een betere oplossing kun je alleen maar bereiken na het afwijzen van deze Grondwet. Wat dat betreft heeft Nederland Europa een dienst bewezen.

De Nederlanders zijn helemaal niet tegen de Europese Unie, integendeel. Velen zien in dat de Europese Unie noodzakelijk is. Veel problemen waar onze samenleving mee te maken krijgt kunnen wij niet alleen oplossen. Het is daarom terecht dat op veel terreinen macht aan Brussel is afgestaan.

Maar de kiezer heeft 'nee' gestemd omdat hij het gevoel heeft dat wij op die terreinen niets meer in te brengen hebben. Europa is een oncontroleerbare, bureaucratische macht geworden. Dat is nu zo, onder het Verdrag van Nice, dat zou zo gebleven zijn onder de Grondwet. De burgers voelen dat er iets niet klopt en wie de feiten goed analyseert, ziet dat de burgers gelijk hebben: er is een weeffout in de Europese besluitvorming. Den Haag moet dit gevoel serieus gaan nemen en zich beraden over hoe daar invulling aan te geven.

De kiezer heeft in feite Den Haag een dubbele afstraffing gegeven. De eerste afstraffing is omdat Den Haag jarenlang met de rug naar Europa heeft gestaan. De Haagse politiek weigerde om over de toekomst van de Europese Unie na te denken. Waar liggen de grenzen? Hoe moet Europa bestuurd worden? In het tweede kabinet-Kok hadden wij zelfs een minister van Buitenlandse Zaken die openlijk zei dat nadenken over de toekomst van Europa "luchtfietserij" was. De kiezer zou niet geïnteresseerd zijn in hoe de macht in Europa gecontroleerd moet worden. Het resultaat is dat Den Haag akkoord is gegaan met een Europese Unie, waar wij niets meer in te brengen hebben en waarin de grote lidstaten de lakens uitdelen. De Haagse politieke partijen hebben zich daar bij neer gelegd. Gelukkig dat de kiezer zich niet liet intimideren en zelfstandig een oordeel heeft gevormd.

De tweede afstraffing betreft de arrogante wijze waarop de Haagse politieke partijen de "ja"-campagne hebben gevoerd. Eerst werd helemaal geen campagne gevoerd. Vervolgens werden de tegenstanders geschoffeerd door te doen of ieder argument tegen de Grondwet voortkwam uit onwetendheid of uit onderbuikgevoelens. Daarna werd de kiezer geïntimideerd door te dreigen met oorlog of met economische achteruitgang. En zelfs op het laatst ging Den Haag niet in op de serieuze bezwaren die er zijn. De gevoelens van de kiezer dat Europa een oncontroleerbare macht is, werden domweg genegeerd door er overheen te praten.

De afstraffing is duidelijk. Maar hoe nu verder? Hoe verder in Europa en hoe verder in Nederland? Het eerste kan niet zonder het tweede. Als Den Haag deze afstraffing serieus neemt en ditmaal wel naar de kiezer wil luisteren, kan dat alleen door nu wel een debat te voeren over hoe wij de toekomst van Nederland in Europa zien. Dat moet een inhoudelijk debat zijn, in eerste instantie liefst buiten de politieke arena. Hierbij kunnen een aantal thema's aan de orde komen. Het eerste betreft de democratie en de controle op de macht. Uit enquêtes blijkt dat dit thema bij een grote meerderheid van de tegenstemmers tegen de Grondwet een rol speelde. Door de uitbreidingen naar 25 lidstaten - en binnenkort nog meer - is de macht zelfs veel minder controleerbaar dan toen de Unie nog uit twaalf of vijftien lidstaten bestond. Maar er zijn ook oplossingen denkbaar, waarbij de burgers uit de kleinere lidstaten nog wel invloed hebben. Een tweede thema ligt op het economisch-sociale vlak: hoe sociaal is Europa en wat mag de invloed van Europa op het sociaal beleid zijn? Ook de andere onderwerpen die in de referendum-debatten aan de orde kwamen, dienen verder uitgediept te worden. Ditmaal moet er voldoende tijd voor uitgetrokken worden. En die tijd is er, want de Europese Raad heeft afgesproken dat pas in november 2006 de stand van zaken zal worden opgemaakt van de ratificatie in de lidstaten. Maar het zou in ieder geval verkeerd zijn als de regering nu weer dingen in Europa zou regelen, zonder eerst een serieus debat te voeren over hoe wij de toekomst van Nederland in Europa zien. Als dat zou gebeuren, heeft Den Haag weer niets geleerd. Niet van mei 2002 en niet van juni 2005. Laten wij vooralsnog niet pessimistisch zijn: er is werk aan de winkel.

Sammy van Tuyll, campagneleider Democratisch Europa, auteur van het boekje 'Voor Europa, tegen deze Grondwet'.
Verschenen 2 juni 2005 in De Gelderlander

 





















 

Democratisch Europa, niet te verwarren met VDE, www.democratisch-europa.nl